top of page

Hoe je andere keuzes gaat maken

Bijgewerkt op: 28 apr. 2020

Maak een keuze

Kies je voor de salade of de hamburger? Ga je sporten of gun je jezelf een avond bankhangen? Roken of stoppen? Hoe je ook de keuze maakt, je bent bezig met afwegen. Het probleem is dat je keer op keer dezelfde keuzes maakt.


Maar wat als je dit wil veranderen? Hoe komt zo’n keuze tot stand, wat gebeurt er in je brein bij het maken van zo’n keuze en nog belangrijker: hoe kan je jouw keuzes beïnvloeden?


Motivatie en wilskracht

Er zijn talloze algemene adviezen te vinden als je andere keuzes wilt maken. Adviezen als stok achter de deur hebben, concessies maken met jezelf, verstand op nul zetten en 'gewoon' veranderen zijn hier voorbeelden. Ze worden zonder uitleg of bruikbare praktische vorm gegeven.


Zoals ik het zie, maak je de hele dag door keuzes door voor- en nadelen af te wegen. Gelukkig gebeurt dit grotendeels onbewust. We zijn zeer ervaren en effectief als het neerkomt op het maken van lijstjes. Als ik een lijstje maak, ken ik de punten op de lijstjes ook nog waardes toe. Niet ieder voordeel is even voordelig. Hetzelfde geldt voor nadelen. Dit kan een lijstje best ingewikkeld maken, maar zo onderbouw ik de uitkomst doen of niet doen het beste.



Dit figuur neemt de beslissing te fietsen naar de sportschool na het toekennen van waardes van de krachten. Ik gebruik een schaal van 1 tot 10. De waarde van kracht 3 domineert krachten 1 en 2.


Alleen met ja/nee-lijstjes worden beslissingen niet gemaakt. Er spelen nog twee belangrijke factoren een rol namelijk motivatie en wilskracht. Motivatie, intrinsiek of extrinsiek, ontstaat uit een behoefte. Heb je redelijk honger dan ontstaat er een behoefte aan eten. Je hebt bijvoorbeeld een appel. Heb je al tien uur niets gegeten, dan is de interne biologische behoefte om te eten een stuk sterker. Je voelt de drive om te eten vergroten. Om te gaan eten heb je nauwelijks moeite. Stel dat je vol zit, dan ben je minder gemotiveerd om het stuk fruit eten maar je weet dat het gezond is om te doen. Daar komt wilskracht bij kijken. Je weet dat het gezond voor je is ook al heb je een stuk minder behoefte. Blijkbaar heeft wilskracht een belangrijke rol in het maken van beslissingen. Hoe werkt dit?


Cognitieve lading

De uitkomsten van berekende voor- en nadelen lijstjes werken als krachten op het brein. De combinatie van deze krachten maakt de beslissing: naar de sportschool fietsen of met de auto. Wat de kracht inhoudt en welke waarde je aan de kracht toekent is variabel. Jouw wilskracht is een mate van controle op de balans tussen de variabele krachten en de mogelijkheid rationele beslissingen te maken. Ook al voelt het alsof twee krachten meer pleiten voor de auto als vervoersmiddel, is het de wilskracht die de beslissing maakt om de waarde van 6 uit 10 toe te kennen aan kracht 3.


Lukt het je om impulsen te beheersen? Mooi, want dat betekent dat je volwassen bent. Delen van de frontale kwab, zoals de prefrontale cortex van het brein, ontwikkelen zich pas significant rond de pubertijd. Daarom deed je vroeger soms dingen ‘zonder na te denken’. Je brein kon tot de leeftijd van 25 jaar nog niet gedragsimpulsen volledig beheersen en dat uitte zich onder andere in beperkte inzicht in de consequenties van je acties. De frontale kwab beheerst impulsen en geeft je ruimte en tijd om na te denken. Impulscontrole is een tweede onderdeel van de cognitieve lading.


Naast impulsbeheersing en de wilskracht is het inschattingsvermogen een onderdeel van de cognitieve lading. Kan jij inschatten wat de uitkomst is en de consequenties zijn van je keuzes en reflecteer je op gemaakte keuzes, dan beïnvloed dit de manier waarop je keuzes in het vervolg maakt. Hoe sterker jouw cognitieve lading is hoe makkelijker je inschattingen kan maken tussen concepten, strategieën en benaderingen.


Beïnvloeden en veranderen

Begrijpen welke processen in je brein spelen bij het maken van keuzes geeft de mogelijkheid deze gericht te beïnvloeden. Zo kan je bij jezelf nagaan wanneer je keuzes maakt die je niet wil en waarom je ze wil veranderen. Is het je wilskracht waar je iets aan wil veranderen of weet je precies waar je drive vandaan komt die je motiveert keuzes te maken. Of denk je nog meer kan nadenken over de consequenties van je keuzes? Het helemaal uitschrijven van voor- en nadelen geeft vaak meer inzicht in denkpatronen. Het verrast mij bijvoorbeeld dat ik vaak onbewust aannames doe. Maak je je hier bewust van, is er wederom een mogelijkheid iets te veranderen.


Stel dat er in het voorbeeld er geen optie is om met de auto naar de sportschool te gaan, is de keuze voor vervoersmiddel makkelijker gemaakt. Keuzes die je maakt veranderen of ze daadwerkelijk beschikbaar zijn. Door je omgeving te veranderen, werk je aan de beschikbaarheid van factoren die je keuzes beïnvloeden. Het is aannemelijk dat je gezonder gaat eten als je in huis alleen maar gezonde voeding hebt. Overweeg je toch ongezond te eten, dan is de beschikbaarheid er alleen in de vorm van boodschappen doen door het huis uit te gaan. Je wilskracht domineert de behoefte om ongezond te eten; dan maar een appel.


Soms zijn veranderprocessen ingewikkeld en merk je dat terugkerende problemen voorkomen dat je kunt veranderen. Het beïnvloeden of veranderen van deze vastgeroeste problemen is niet gemakkelijk. Complexe processen zijn niet binnen een dag tot stand gekomen, dus zullen ze ook niet in korte tijd opgelost worden. Een universele tip is: doorzetten. Patronen veranderen door nieuwe patronen aan te nemen.


Een andere tip is om uit te zoeken op welk gebied jij wilt veranderen. Denk bijvoorbeeld aan de volgende gebieden: omgeving, gedrag, vaardigheden, overtuigingen, identiteit of zingeving. Als je bewust bent vanuit welk gebied je vaak handelt of keuzes maakt, kan je dit veranderen door na te gaan of je vanuit een ander gebied andere keuzes zou maken.


Lukt het niet in je eentje?

Ik kan je helpen.


Check mijn website www.kopercoaching.com wat ik voor je kan betekenen.



Cheers,

Michiel




86 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page